Het dode en het woeste water

Met het extended gezelschap gingen we naar het kleine stadje Madaba, waar we in een Cirque-du-Soleil-achtige tent op het dak van ons hotel sliepen. Vanuit daar deden we een Wie-is-de-Mol? activiteit: door een kloof met water omhoog klimmen over watervalletjes. We waren net kleine kinderen: menselijke dam bouwen, door stroomversnellingen glijden en poortjes door. De volgende dag naar de Dode Zee, met zoveel zout dat je automatisch gaat drijven, letterlijk. We liepen nietsvermoedend het water in en op borsthoogte dobbert je lichaam opeens omhoog. Het water voelt heel olieachtig en vergeten wondjes beginnen ineens keihard te prikken. Daarna nog een masker van natuurlijke modder. Maar we hebben eerst mooie figuurtjes op elkaars lichamen getekend voordat we veranderden in buitenaardse monsters. Daarna in een resort nog lekker gezwommen, zonder zout en klei. Maar wel geprobeerd een menselijke pyramide in het water te maken. Het kost wat moeite en Arabieren kijken je vreemd aan, maar het is gelukt.