Slapen op de Serengeti

Whopppaaa vacance! Vanaf Ethiopie even er tussenuit, “dichtbij” naar Tanzania!

Voor mij de eerste keer op safari. En bang als een muis als ik ben, is dat best spannend. Pim had al eerder de gamedrives gehad, dus kon mij volop meenemen in de fun facts van de savanne beestjes. In zes dagen gingen we met een jeep, gids Bakari en kok Ali langs fantastische National Parks: Tarangire, Lake Manyara, Ngorogoro krater en Serengeti.

 

Die laatste was wel het meest spectaculair om zoveel redenen. Serengeti is een enorme uitgestrekte vlakte in het noorden van Tanzania, dat meer dan eenderde van Nederland zou beslaan. Ondanks de droogte vind je er toch variatie in landschap met “kopjes” (kleine steenheuvels), oases met palmbomen en stukjes bos tussen de grasvlaktes. Dus dak open en gids Bakari die met zijn safariogen alles wat beweegt direct heeft gespot. Binnen no time hadden we leeuwen, cheetah, luipaard, olifant, giraffe en buffel van de bingokaart gestreept.

 

Maar dé attractie van de Serengeti is toch de “Migration of the Wildebeast” (ofwel sullig gezegd: rondlopende gnoes). Het hele jaar door lopen kuddes gnoes, vergezeld door trosjes zebra’s over de Serengeti tussen Tanzania en Kenia. Gnoes moeten altijd genoeg drinken en hebben een neusje voor waar de volgende waterplek is. En zo stonden wij ineeens op bij een mini-meertje met de jeep, omsingeld door duizenden, en nog eens duizenden gnoes die loeient bij elkaar stonden. Bij het eerste geluidje dat ze horen slaan er een paar op hol, waardoor de rest van de kudde in paniek ook weg galopeert. Wat een schouwspel.

Nog mooier werd het toen die kudde gnoes langs een groep leeuwen kwam. Omdat de meeste gnoes net een jonkie hadden was het voor de leeuwen altijd prijs. Via de “gidsen-radio” werden alle auto’s gewaarschuwd, dus we stonden met zo’n 15 jeeps vlak naast de enthousiaste leeuwen. En ja hoor, bij de volgende langsdravende kudde gnoes was er net een veulentje/kalfje te traag. Met vier leeuwen doken ze erop, en hoorden we zacht gekerm van het arme dier. Gelukkig wist een tweede gnoetje uit de poten van de leeuwen te ontsnappen. Dat ze maar lang mag leven!

 

’s Avonds reden we naar onze overnachtingsplek, een kampeerterrein in Seronera, middenop de Serengeti. Hadden we de nacht ervoor nog in een tented-camp geslapen, waar een Masai de wacht houdt met een speer in zijn hand, dit was andere koek. Geen hek, geen nachtwacht, gewoon een iglotentje op de dorre vlakte. Ali, onze kok kookte voor ons typische Swahili soep en pilao op slechts 1 gaspitje. nzuuriiiii. Dat aten in het donker met onze fellow kampeerders we in een betonnen eetzaaltje met ramen afgeschermd met ijzerdraad. Ieder had zijn eigen tafeltje, stoeltjes en Masai tafeltkleedje, zeer kneuterig en gezellig. Je waant je nergens verder van de bewoonde wereld. Totdat,TOET TOET, er om de hoek een vrachtwagentje het terrein op komt scheuren. Zebra Freshment heet de lokale ondernemer met het scherpe brein koud bier aan dorstige toeristen te verkopen. Van alle luxe bediend dus.

 

Maar tegen tienen moet je toch eens naar je tent. Met de toilettas naar het washok om je tanden te poetsen, schichtig rondschijnend met een zaklampje. Eenmaal in de tent, zie je geen steek meer, maar hoor je dest meer geluiden. Een hyena die rondscharrelt bij de prullenbakken als hij iets heeft gevonden vuil grinnikt ne-ne-hi-hi-hi en blij zijn vriendjes roept. Daar val je dan rustig bij in slaap. En later die nacht gehijg en geknor vlak bij onze tent. Dit moet wel een groot beest zijn, vast een buffel. Levensgevaarlijk als ze je zien en bang of geirriteerd worden, verpletteren ze je zo met je dunne tentje. De volgende ochtend vroegen we Bakari meteen wie van de big 5 er naast onze tent had gestaan. Lachtend zei hij dat het wel een Impala moest zijn geweest, een schattige roodharige antilope. Toch een minder stoer verhaal ineens.

 

De laatste dag bezochten we de Ngorogoro krater en spotten nog de bedreigde zwarte neushoorn. Daarmee de big 5 toch nog allemaal gezien. Al vonden we de vleesmuisvossen, jakhalzen en cheetah met jongen even indrukwekkend.
Toen de zon al onder ging reden we naar boven de krater uit en kregen we een laatste view over al het wild! Bye Safari met Bakari!